Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen is vervuld geworden, hetgeen gesproken is door den profeet [9]Jeremia, zeggende: En zij hebben de dertig zilveren [penningen] genomen, [10]de waarde des Gewaardeerden van de kinderen Israels, Denwelken zij gewaardeerd hebben; 9. Deze plaats wordt niet gevonden bij Jeremia, maar bij Zach.11:13, en daarom menen sommige oude leraars dat hier van Mattheus zelf geen naam des profeets uitgedrukt is geweest, gelijk hij ook elders gewoon is te doen, en gelijk deze naam ook in de Syrische overzetting, die zeer oud is, en sommige andere niet gevonden wordt, en de naam van Jeremia door iemand van de afschrijvers door onwetendheid om de gelijkheid van de letters Grieks, I en Z zoals die in het kort geschreven worden, uit den kant in den tekst zou zijn bijgevoegd. Doch anderen menen dat Zacharia ook Jeremia zou genaamd zijn geweest, gelijk onder de Israelieten zeer gebruikelijk was twee namen te hebben, inzonderheid als dezelve bijna enerlei zaak betekenen. 10. Anderen zetten het over: de waarde des gewaardeerden, denwelken gewaardeerd hebben enigen van de kinderen Israels. Zach.11:13, voert Christus zelf in als sprekende in zijn persoon, maar Mattheus, ziende meer op den zin dan op de woorden van de profeet, spreekt van Christus in den derde persoon, om aan te wijzen dat deze profetie alhier in Hem vervuld was.